Vanmorgen eerst nog rustig ontbeten bij het meer waarna we de boel weer hebben ingepakt en richting Nelson zijn gereden. Tussen Balfour en Nelson zijn we rechtsaf gegaan naar de Kokanee Glacier Park. Dit is dus een gravelweg waar we volgens de huurvoorwaarden van onze camper niet in mogen. Toch eerst maar even stoppen en toevallig stond er nog een auto met een paar jonge mensen die de mountain bikes aan het prepareren waren. Ze zeiden dat het een weg van ongeveer 16 kilometer was en dat het aardig bumpy kon zijn maar dat het wel kon. Dus wij de wagen gepakt en gaan rijden. Nou het was inderdaad aardig bumpy en na ongeveer 1 kilometer slingeren en in de lage versnelling gereden te hebben kwamen we bij een informatie bord neer waar we de camper maar neer hebben gezet. Vanaf hier gingen we wel lopen en kijken hoever we kwamen. We waren goed en wel uitgestapt toen er een echte Jeep voorbij kwam rijden en de bocht om reed. Een paar tellen later kwam deze weer terug en het raampje ging open waarop de bestuurder vroeg of we ook naar boven wilden en dat we dan wel mee konden rijden. Nou, dat slaan we dus niet af. Dus wij instappen bij Kevin en Susan – twee Britten die hier 14 jaar geleden naar toe zijn geĆ«migreerd – en we reden, schudden en vlogen door elkaar naar boven. Ja, da’s inderdaad geen werk voor een camper. Op dit soort terrein heb je echt een 4x4 nodig. In Nederland heb ik het nut er nog nooit van ingezien, sta je met je Mercedes, BMW of welke andere nep 4x4 in de file bij de A1… Maar ik dwaal af. Kevin en Susan brachten ons in een half uurtje naar boven en onderweg dachten we al, hoe komen we in vredesnaam weer beneden??? Maar ze zeiden toen we boven waren dat we met hen mee mochten lopen naar het meer of zelf onze gang mochten gaan en dat ze ons wel weer op wilden pikken als we naar beneden liepen. Een meer op deze hoogte? Yep, een mooi gletsjer meer waar je in 2 uur tijd naar toe kunt lopen. Nou laten we dat dus maar doen.
Ik kan hier heel veel over zeggen, maar dat doe ik niet. Het is zoals de Canadezen zeggen “unbeschreiblich”. De uitzichten zijn fenominaal, het ijs op de bergen schitterend wit, de rotsen waar je tussen doorloopt immens en de bomen gigantisch. Zoals we al eerder hebben gezegd is alles groot in Canada en je voelt je dan heel erg klein. Onderweg kom je nog de gekste dieren tegen die je in Europa niet tegen komt. De namen ken ik niet eens, maar we hebben wel foto’s. Loopt Nicolina voorop, begint ze opeens te gillen; schiet er opeens een groot wasbeerachtig beest voor haar voeten weg. En die beesten kunnen nog eens fluiten ook. Net als die andere kleinere eekhoornachtige beestjes, met hun grijze rug en rode buik. Waarom fluiten die beesten eigenlijk???
Eenmaal boven gekomen blijkt dat daar inderdaad een gletsjermeer ligt met een fantastisch uitzicht. Hier hebben we nog even gegeten en gedronken en vervolgens weer met Kevin en Susan aan de afdaling te beginnen. Het begint nu wel wat koud te worden. Uiteraard hadden we onze jassen in de camper laten liggen. Je gaat er ook niet van uit dat het koud is op een Glacier...
Op de terugweg naar de auto begint het af en toe te sputteren en wanneer we vlakbij de auto zijn gaat het ook nog eens regenen. Op de parkeerplaats zien we trouwens nog een aantal auto’s met kippengaas om de auto. Het schijnt dus dat die kleine fluitbeestjes ’s nacht naar de parkeerplekken komen om je banden kapot te knagen; ze schijnen rubber lekker te vinden…
Wanneer we weer naar beneden shaken komen we halverwege een tweetal omgevallen bomen tegen. Dat is dus ook mogelijk in Canada… Gelukkig had een andere auto dit al eerder opgemerkt en was weer naar boven gereden om daar iemand van de Canadese Staatsbosbeheer op te halen die een kettingzaag bij zich had. Die kon ons dan ook weer vrij snel op pad brengen. Dus een goede les voor de volgende keer; neem een kettingzaag mee als je op pad gaat.
Na een uurtje zijn we dan weer bij onze camper, geheel vrij van omgevallen bomen, maar toch maken we maar dat we weer beneden komen. Je wilt hier niet vast komen te zitten. Na deze Canadian Adventure zetten we koers naar Kaslo. Dit is een leuk pittoresk stadje met nog oude stijl huisjes. Hier zijn we dan ook maar wezen uit eten om daarna onze camping weer op te zoeken.
’s Avonds zitten we lekker te lezen en dit verslag te maken, gaat het opeens hard waaien en horen we een knal. Een grote tak van de pluisjesboom naast ons afgeknapt en boven op de camper geflikkerd. Zo te zien geen schade, maar was wel even schrikken, hopelijk blijft het vannacht rustig.
Oh ja, helemaal vergeten te schrijven. Vandaag bijna een roadkill gemaakt op een paar overstekende eenden. Gelukkig konden we er mooi tussendoor rijden en hebben we niks geraakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten