Eigenlijk sta je er nooit bij stil wat er gebeurt als een eenvoudige waterdruppel valt en ergens neerkomt. Het mooiste is misschien wel als de druppel net neerkomt en het water een soort kroon vormt. Maar ook de kraters en de toren die verrijst uit de krater ziet er mooi uit.
Om dit alles voor elkaar te krijgen moeten we de opstelling maken. Wat hebben we nodig:
- Een ruime werkplek (neem de kamertafel)
- Een bak met water. Een zwarte cakeblik was wel goed, reflecteert de gekleurde achtergrond mooi op.
- Dus moeten we ook een achtergrond hebben. Een map met hier gekleurd papier aan vast werkt prima.
- Losse flitser om de achtergrond mee te verlichten.
- Statief om de camera op te monteren.
- Pipet om waterdruppels mee te laten vallen.
- Heel veel ruimte op je geheugenkaartjes...
De camera werd handmatig scherpgesteld op een punt waar de druppels moesten vallen en als sluitertijd namen we 1/320e van een seconde. Dit is de kortste flitssynchronisatietijd van de D300 waardoor de druppels stil kwamen te staan.
Met het pipetje werden de druppels losgelaten van ongeveer 30 cm hoogte en op het moment van neerkomen werd de sluiter van de camera bediend. Dit vergt wel enige oefening, maar na verloop van tijd begin je hier wel gevoel voor te krijgen. Het grootste nadeel van deze methode is dat de druppel nooit exact op de zelfde plek neerkomt, en dus regelmatig onscherp is.
Om de druppel steeds op een vaste plek neer te laten komen en een continue stroom van druppels te genereren, moest er een constructie bedacht worden. Men neme hiervoor:
- 2 statieven
- Een pvc buis als dwarsligger
- Tape om de buis vast te zetten (anders sodemietert de boel om...)
- Een boterhamzakje met water
- Klem om het waterzakje te dragen
- Naald - of in mijn geval een passer - om een klein gaatje te prikken in het zakje
Door het zakje boven de bak met water te bevestigen en een klein gaatje te prikken zodat hier met een constante stroom de duppels uit vallen, konden we steeds door blijven fotograferen. Als het gaatje te groot is, dan druppelt het niet meer maar stroomt het en dan kun je een nieuw zakje gaan vullen. (Ter aanvulling, na afloop van de shoot niet gaan dreigen met het waterzakje om deze naar je lieftallige wederhelft te gooien....)
Als dit eenmaal op gang is kun je gaan experimenteren met je achtergronden, verschillende kleuren, je witbalans kun je aanpassen etc. Ook krijg je meer gevoel voor de timing en kun je het begin van het neerkomen vastleggen zodat je het 'kroontje' te zien krijgt. Of juist even wachten totdat de toren is gevormd en het druppeltje er boven los is gekomen.
Het was een zeer leuk experiment wat iedereen thuis kan gaan doen. Het enige wat je echt nodig hebt is een losse flitser. Ik heb alles met de 18-70mm objectief geschoten, omdat deze het dichtst bij kon komen met 38 cm. Het mooiste zou zijn om een 105mm macro objectief er bij te hebben, nog een Nikon SB-900 mm en een batterygrip ;) Die heb ik nog niet, maar donaties zijn altijd welkom :D
De slideshow met een selectie van de foto's is zoals altijd weer te vinden op PrakArt.nl.